Gepubliceerd op September 20th, 2023
"De slapeloze nachten beginnen me op te breken. Ik begin dingen te zien die er niet zijn. Overdag zie ik ineens mijn eerste poes lopen bij de kapper. De poes die al 40 jaar dood is. Ik realiseer mij dat het niet goed met mij gaat. De weinige slaap heeft mij in een schemergebied gebracht. Ik besluit naar de huisarts te gaan om mijn verhaal te delen. De huisarts kijkt mij ernstig en bezorgd aan. Hij zegt: “Ik ga goed voor je zorgen, ik wil je elke week zien.” Het is duidelijk dat de huisarts is aangedaan. Het ontroert mij en het beangstigt mij ook. Alsof ik moet zeggen tegen de huisarts: “Het komt wel goed hoor.”
Ik begin na te denken over onze drie kinderen. Hoe ga ik in godsnaam aan ze vertellen dat hun vader kinderporno* downloadde en pubers via het internet benaderde? Ze zijn meer dan volwassen en ik zie er vreselijk tegenop. Ze zullen vast veel vragen stellen. Ik moet daarom eerst zelf precies weten wat Shmuel gedaan heeft. Ook voor mezelf wil ik dit weten; hij moet zich verantwoorden voor zijn daden en ik ben vastbesloten dat ik de waarheid boven tafel zal krijgen. De advocaat vraagt toestemming aan Shmuel omdat zij zwijgplicht heeft. Shmuel stemt toe.
Met de trein reis ik af naar de gevangenis. Daar is het eerste moment dat ik de strafadvocaat kan treffen. Zakelijk krijg ik van de strafadvocaat een opsomming van zijn delict. Het downloaden van kinderporno is al lang aan de gang en hij heeft ook online minderjarigen misbruikt. Shmuel deed zich voor als een minderjarige jongen. Via chatgroepen maakte hij contact met minderjarige meisjes die hij misleidde tot seksueel contact. Zo kon hij meekijken met de seksuele handelingen die ze verrichtten.
Haar woorden komen als mokerslagen binnen. De shock is enorm. Een dof gevoel overvalt mij en automatisch schrijf ik de informatie op omdat ik niks wil vergeten. Misschien helpt het als de kinderen het ook mogen horen van de advocaat? Dat het meer duidelijkheid geeft? Ik zal als ouder de eerste, bijna onmogelijke aanzet geven. Wat een verdriet zullen zij krijgen.
Hoe zullen ze reageren? Tijdens de terugreis in de trein houdt mij dit bezig. Op het station stap ik de Bruna binnen en koop machteloos voor alle kinderen een kinderboek. Een lief kinderboek dat gaat over liefde en geborgenheid. Juist hetgeen dat ik niet kan geven. Ik leg het stapeltje kinderboeken op de toonbank en zeg tegen de verkoopster: “Ik kan ze niet beschermen, ik ga ze verdriet doen.” Ik weet niet waarom ik dit zeg. De verkoopster gaat niet in op wat ik zeg en vraagt: “Wilt u een kop koffie?” Dit simpele gebaar ontroert mij en de warme koffie voelt troostrijk.
Ik besluit als eerste langs te gaan bij ons jongste kind, van wie het kind jarig is. Het is een bizarre samenloop van omstandigheden Ik ben vroeg genoeg om nog even te kunnen praten. De kinderen zijn nog niet uit school. De informatie over Shmuel wordt gelaten ontvangen. De verjaardag heeft vanzelfsprekend voorrang. Ik geef ook het kinderboek.
En dan belt tijdens de verjaardag de middelste op. Die heeft een totaal andere reactie dan de jongste. Ik vermoed dat er contact is geweest met de jongste. Dit overvalt mij enorm. Er worden diverse vragen op me afgevuurd, die ik op dat moment niet kan beantwoorden. Er wordt een dringend appèl op mij gedaan om langs te komen. Ik hoor aan de stem dat boosheid en grote verbijstering de overhand hebben. Moe besluit ik aan het eind van de dag toch naar de middelste te gaan. Mijn tas wat lichter van de cadeautjes, mijn gemoed des te zwaarder. De middelste wil beslist niet thuis afspreken. Ik word van het station afgehaald en we gaan naar een bos, de middelste wil precies weten wat er gebeurd is. Er worden weer diverse vragen op mij afgevuurd. Ik moet heel precies en concreet vertellen wat er aan de hand is. Beschermend wordt er een hand op mijn schouder gelegd. Dit om mij te waarschuwen dat er iemand aan komt lopen. Ik voel de warmte van de hand op mijn schouder. Ik stop met mijn verhaal tot de persoon is gepasseerd. De enorme shock is in de ogen te lezen. Verbijsterd en boos wordt vol emotie gezegd: “Hoe kan hij zo stom zijn?!” Ik zwijg machteloos. Ik heb geen woorden meer en we lopen verder door het bos.
In de trein naar huis worden de gesprekken in mijn hoofd als een film teruggedraaid. Ik zie weer de ogen van de volwassen kinderen voor mij. Ogen die boekdelen spreken, ogen van verdriet en machteloze woede.
De volgende dag ga ik naar de oudste. Ik vrees dit gesprek. Ik word ontvangen alsof ik even gezellig langskom voor de kleinkinderen. Ik geef als eerste het kinderboek en ik word vriendelijk bedankt. Er wordt met enthousiasme door het boek gebladerd, bijna vrolijk. Ik ervaar geen emoties totdat ik in het gezicht van de oudste kijk. Wat mij in het bijzonder opvalt zijn de ogen. Ik zie een paar grote en donkergroene ogen die er vaak zo uitzien bij groot verdriet of emoties. Ik vermoed dat andere gezinsleden al enige relevante informatie hebben doorgespeeld. Ik vraag het niet. We drinken onze thee op het terras in de tuin. Er wordt mij gevraagd of ik de thee lekker vind. Ik zeg automatisch ja. Er valt een beklemmende stilte. Ik kijk voor mij uit in de tuin. Niets en ook maar niets lijkt anders en toch is er veel veranderd. Er worden geen vragen gesteld, niets wordt aangeroerd. Ik laat het er bij; alsof we samen even kunnen doen dat alles nog steeds hetzelfde is.
De kleinkinderen vervelen zich binnen, ze zijn uitgespeeld. En dartelen al gauw vrolijk om ons heen. Ineens realiseer ik mij dat er beelden gevonden zijn van een meisje dat dezelfde leeftijd heeft als de oudste. Er gaat een koude huivering langs mijn ruggengraat. Mijn eerste gedachte is: Shmuel kan nooit meer de kleinkinderen zien! Automatisch geef ik mijn kleindochters aandacht. Ze kijken mij verwachtingsvol mij aan met hun lieve, onschuldige ogen. Hoe kunnen we ooit van dit verhaal helen? Wat heeft Shmuel allemaal stuk gemaakt met zijn gedrag? Ik druk alle opstormende emoties die volgen weg. Neem mijn kleinkinderen bij de hand en al gauw zijn we verwikkeld in een spel.
Tijdens een volgend bezoek aan de oudste, stel ik het misbruikgedrag van Shmuel concreet aan de orde. Ik vermoed dat ik te geëmotioneerd ben. Of geef ik te veel informatie? Ik weet het niet. De reactie is: “Doseer, doseren!” Ik vraag niet wat er mee bedoeld wordt. Ik laat het er bij, angstig om emoties raken die klein en bedekt moeten blijven. En vooral ben ik zo bang om veel verdriet en angst te veroorzaken. Als een brandmerk staat de verantwoordelijkheid voor Shmuels gedrag op mijn ziel. “